Tagarchief: Markthal

Historie 1921 – 1930

Historisch overzicht vanaf 2 februari 1921  tot 1930

Op 2 februari 1921 overlijdt Nicolaas Hazendonk na een kort ziekbed in het
Elisabeth ziekenhuis op de leeftijd van 36 jaar.
De verslagenheid onder de leden is groot.
Er was in de loop der jaren een innige band van vriendschap tussen de leden en
Nic. Hazendonk ontstaan, zodat het voor allen steeds een vreugde was op de repetitieavonden te verschijnen.
Dat is vermoedelijk het geheim van het grote succes dat het AMK in de stad had.
Het is ongelooflijk wat de eerste dirigent voor het AMK heeft gedaan en betekend. Zonder zijn ongebreidelde enthousiasme zou het koor nooit zo’n groot publiek hebben aangetrokken. Een van de leden verwoordde het zo: “het was een genot onder zijn leiding te mogen zijn.”
“Hoe hoog muzikaal de volgende leiders mogen zijn, een samenwerking, ‘n één
voelen, een vriendschap als met Nic Hazendonk zal wel niet meer mogelijk zijn”,
schreef het Utrechts Nieuwsblad. Alles wat Hazendonk deed getuigde van ernstig streven, van nauwgezette voorbereiding.   -Gerrit v.d. Burg-
In Nic Hazendonk ging een werkelijk en “miskend-door-velen” talent verloren.
Piet Tiggers
Bij de begrafenis op 5 februari was een overweldigende belangstelling.
Het bestuur en de leden hadden zich bij het sterfhuis in de straat aangesloten
en op het kerkhof werd de met vele bloemkransen bedekte baar door de leden
van het Amersfoorts Mannenkoor ten groeve gedragen.
Piet Tiggers; dirigent van het AMK van 1921 – 1927
Als opvolger van Nic Hazendonk wordt in de vergadering van april 1921 de heer Piet Tiggers, toonkunstenaar en leraar aan de muziekschool te Amersfoort tot directeur der vereniging benoemd.
Deze bijna dertigjarige dirigent zou een waardige opvolger van Hazendonk blijken te zijn. Onder zijn leiding nam de vereniging in bloei toe en zeer veel hebben de leden van het koor van hem geleerd. Hij had een open oog voor de mogelijkheden die het nieuwe leiderschap hem bood en hij genoot volop van het voordeel van een snelgroeiend ledental.
Dankzij het werk van zijn voorganger was er weinig tegenstand bij het betreden van nieuwe paden. De kern van het koor bleek ontvankelijk voor de schoonheid van oude, vergeten werken, die hij met fijne smaak bracht. Hij beschouwde de polyfone kunst van de oude meesters als het beste studiemateriaal en achtte haar bij uitstek geschikt als inleiding tot de moderne componisten. Aan die moderne koorliteratuur is hij met het A.M.K. echter niet toegekomen.

 

Dat het koor met de keuze van Piet Tiggers tevreden was, bleek wel uit het jaarverslag, waarin G.C. Schellingen – van 1907-1921 secretaris van het AMK – o.a. schreef: “De Heer Tiggers weet met zijn mannen om te gaan en met een grapje, een goede mop dàt van zijn zangers te verkrijgen hetgeen hij wenst om tot een gaaf resultaat te komen. Eindeloos van geduld, steeds gelijkmatig van humeur en in het bezit van grote muzikaliteit is het hem gelukt een groot en uiterst moeilijk werk als het Requiem in te studeren”.
Het lag in de bedoeling dit Requiem van Cherubini binnen een maand na zijn benoeming uit te voeren. Piet Tiggers heeft op dat moment de muziekkennis van de zangers overschat. Het bleek onmogelijk in zo’n korte tijd dit werk onder de knie te krijgen en het bestuur besloot dan ook dit niet eerder uit te voeren dan in oktober.
24, 25 en 28 oktober 1921 vond het rouwconcert plaats ter nagedachtenis van de overleden directeur Nic. Hazendonk o.l.v. Piet Tiggers in Amicitia. Medewerking verleende het Symphonieorkest 5de Infanterie Brigade o.l.v. de heer G. Bikkers.
In de krant van 20 september moest de redactie meedelen dat de plaatsen voor de generale repetitie van 24 oktober en die van het volksconcert op 25 oktober geheel uitverkocht waren, zodat men alleen nog voor die van 28 oktober plaatsen à fl. 12,= kon verkrijgen. De toegangsprijs voor de generale repetitie en het volksconcert bedroeg fl. 10,75.
Het programma zag er als volgt uit:
1. L.W. Kalliwoda Ouverture in F
2. J. Gallus  Ecce quo modo moritur
3. G. Bikkers  Romance voor fluit en Violoncello
4. Edv. Grieg  Peer-Gynt suite I
5. W.A. Mozart  Maurerische Trauermusik
6. L. Cherubini  Requiem
Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling was de opbrengst van de concerten te besteden voor een blijvend grafmonument op het graf van de overledene of tot studievorming van een studiefonds voor de kinderen, had Mevrouw Hazendonk de voorzitter verzocht hieraan een andere bestemming te willen geven. Zij meende haar overleden echtgenoot het beste te eren door enige door hem gecomponeerde muziekwerken te doen drukken en uit te geven (notulen bestuursvergadering 27 september 1921).
Desondanks besloot het bestuur de netto-opbrengst van dit concert, groot fl. 825,= te bestemmen voor een studiefonds voor de kinderen.
Dit bedrag werd door voorzitter Koerselman en penningmeester Zwart aan de weduwe overhandigd, die het in grote dank aanvaardde.
De recensies logen er niet om. De een was nog enthousiaster dan de ander zoals blijkt uit de volgende ontboezemingen:
“De Heer Tiggers heeft in zes maanden iets groots van het koor gemaakt; de uitspraak van het Latijn (welk een heerlijke taal om te zingen!) was bepaald verrassend duidelijk en zijn leiding van het geheel bestaande uit ruim honderd medewerkenden was zonder één enkele weifeling, overtuigd, muzikaal, rythmisch mooi afgewogen, duidelijk in de contrapunctiek, met schone buiging in de melodiek.
Het zou ons niet verwonderen als het koor nieuwe banen opgaat met de nieuwe directeur. Men late hem niet los, want hij is jong en heeft stellig beschaafdheid: twee zaken die een weg naar een grotere omgeving mogelijk maken”. -Het Dagblad-
“Het mannenkoor zelf heeft z’n oude roem gehandhaafd! De vraag drong zich zelfs op, of het koor niet boven z’n kracht zong! We hopen van niet en dan is aan dit gezelschap onder de bekwame leiding van de heer P. Tiggers een schone toekomst weggelegd”.  -Nieuwe Amersfoortse Courant-
20 november 1921 werd het Eerste Zangtournooi voor Gooi- en Eemland van het Nederlandsch Zangersverbond in gebouw Concordia te Bussum gehouden.
Men kan deze zangerstournooien – er zijn er in totaal vier geweest – als een voorloper van de huidige zangersdagen beschouwen.
Ter gelegenheid van het vijftienjarige bestaan hield het koor op 7 juli 1922 in café ‘t Boompje ‘s avonds van 8.00-10.00 uur een receptie. Het bestuur dacht deze viering in besloten kring te vieren, doch de vele bloemstukken en de afgevaardigden van plaatselijke verenigingen lieten geen twijfel bestaan over andere wensen. Tijdens deze receptie werd een volledige hectograafinstallatie aangeboden!
“Het AMK heeft nu 83 leden èn dankzij voorzitter R. Koerselman, op en top een verenigingsman met grote talenten, streng en vasthoudend als het moet, maar bovenal geestig en goedmoedig èn G.Benders als secretaris steeds vol plannen en initiatieven, moet het wel goed gaan”.
In 1922 verzorgt het koor voor het eerst de openingsavond van de Volksuniversiteit. Voor voorzitter Dr. R. Miedema is dit niet zo vreemd, want “de muziek ligt niet buiten, maar geheel binnen de lijn van de Volksuniversiteit. Immers de muziek doet meer dan iets anders ter wereld de stem des geestes horen”.
23 maart 1923 Het AMK heeft 100 leden!
“Er is een belangrijke gebeurtenis te melden, waarvan velen met genoegen zullen kennisnemen. Amersfoorts mannenkoor heeft zijn 100ste, werkend lid ingeschreven! Een mannenkoor van 100 leden voor een stad als Amersfoort is zeker een feit dat tot voldoening kan stemmen bij allen die de ontwikkelingsgang hebben gevolgd van deze mannenzangvereniging”.
Met een hartelijke toespraak van de voorzitter werd het 100ste toegetreden
lid een zilveren horloge – voor dit doel geschonken door horlogemaker
Mulder – aangeboden”. -Amersfoorts Dagblad-
Tijdens een vergadering van 13 juli 1923 wordt geopperd om van repetitieruimte te veranderen, omdat Café “Het Boompje” te klein zou worden als alle leden (80-90 zangers) aanwezig zijn op de repetitie.
Maar alles blijft bij het oude en pas in 1938 gaat men verhuizen.
In 1924 was er opnieuw een liefdadigheidsconcert nu ten bate van Kinderzorg te Amersfoort. Het koor had voor deze gelegenheid weer een groot werk op het repertoire staan namelijk Max Bruch’s bekende Scenen aus der Frithjof-saga, een compositie voor mannenkoor, orkest, sopraan en bariton.
Men had niet alleen de medewerking van het Symfonieorkest van het 5e Regiment Infanterie nu o.l.v. J.R. v.d.Glas, maar ook de sopraan Mies van Haselen en de bariton Joh. Nelissen bereid gevonden hun bijdrage aan dit concert te leveren.
Opnieuw had men waardering over wat het koor zo belangeloos bracht en het “dankbare applaus vertolkte wel de mening, dat het met zorg uitgevoerde programma werd gewaardeerd”.
Ook in 1924 was er een zangtoernooi voor Gooi- en Eemland van het Nederlandsch Zangersverbond. Het was de vierde en werd in Amersfoort in gebouw Necofa – afkorting voor: Nederlandsche Confectie Fabriek – in het Soesterkwartier gehouden.
De organisatie was in handen van het AMK, dat ook de versiering en de aankleding op zich nam. Vooral het tekenwerk van de heer Snoeyenbosch oogstte veel bijval. De deelnemers aan dit toernooi werden aan het station met de muziek van het 5e Regiment Infanterie afgehaald. Een hele gebeurtenis voor de ruim 400 zangers.
Toch vonden de muziekrecensenten het Necofa gebouw allerminst geschikt. Maar waar zou je in Amersfoort met zijn 30.000 inwoners anders moeten concerteren als er alleen van de koren al 400 deelnemers zijn? “Het wordt de hoogste tijd dat in Amersfoort een concertgebouw komt”, schreef men. Ruim vijftig jaar later kunnen we met het Theater & Congrescentrum De Flint, beter uit de voeten!
Burgemeester Mr.J.C. Graaf van Randwijck roemde in zijn openingswoord de medewerking van het Amersfoorts Mannenkoor aan de grote uitvoeringen van andere verenigingen.
Het succes van de Opera-opvoering en die van de Passie-muziek is voor een groot gedeelte te danken aan de medewerking der krachten van het mannenkoor. Tientallen jaren heeft het AMK op deze wijze het Toonkunstkoor gesteund.
In 1925 was er een Openluchtconcert in het Plantsoen, een concert voor de militairen in de schermzaal van de Infanteriekazerne aan de Leusderweg en een concert in Amicitia m.m.v. de bariton Jan van Rijsselberg en de pianist Henk Ramselaar. “Als het Amersfoorts Mannenkoor een concert geeft”, schreef het Amersfoorts Dagblad, “kan men van te voren zeker zijn dat dit geschiedt voor een stampvolle zaal, wel een bewijs dat deze vereniging zich in een grote mate van sympathie mag verheugen. En die verdient ze, want zij die haar van het begin van haar bestaan hebben gevolgd, zijn steeds ten volle overtuigd, dat het koor de beoefening der muziek altijd zeer serieus heeft opgevat. Wat wij bovendien bij dit koor in grote mate hebben geapprecieerd is de zo onmisbare discipline, enerzijds een gevolg van de toewijding en de geestdrift van de leden, doch anderzijds door de bezieling die er van de dirigent uitgaat. Hij verstaat de kunst de band tussen hem en de leden van het koor geen ogenblik te laten verslappen”.

In 1926 kreeg het AMK toestemming een concert te houden in de St. Joriskerk. Het batig saldo was bestemd voor het werk van de Diaconessen. Medewerking verleenden de organist Gerrit van den Burg en de violist Lajos Szikza.
“Zeer velen zullen de heren Kerkvoogden erkentelijk zijn voor de beschikbaarstelling van het schoone kerkgebouw aan dit uitnemend koor”, schreef Mevrouw A.J.de Jong Schouwenburg-Parker in de Amersfoortsche Kerkbode.
In 1927 organiseert het Amersfoorts Mannenkoor een zangcursus voor leden en niet-leden en benoemt de heer J.P. van Buijtenen, hoofd van de R.K.school aan de M.Withoosstraat en dirigent van het kerkkoor van de St.Henricuskerk tot leider.
De cursus wordt gehouden op woensdagavond van 20.00-21.30 uur in de muziekschool aan de Krommestraat. Voor deze cursus is veel belangstelling, ook van andere verenigingen.
26 augustus 1927 bedankt Piet Tiggers vrij plotseling als directeur van het AMK. Drukke werkzaamheden in Utrecht maken het hem onmogelijk te blijven.
Hij wordt o.a. samen met Willem Pijper muziekcriticus van het Utrechts Dagblad.
“De koorzang is een schoone volkskunst. Het is een bron vol genot. De leden van het Amersfoorts Mannenkoor zullen het hierover volkomen eens zijn. Heeft Johannes Brahms niet eens gezegd: “Wer aus diesem Brünnlein trinkt Bleibt jung und wird nicht alt”.       -Piet Tiggers-
Gerrit van den Burg; dirigent van het AMK van 1927 – 1954
Gerrit v.d. Burg, organist te Amersfoort, wordt op 9 september 1927 met algemene stemmen gekozen als opvolger van Piet Tiggers.
Gerrit v.d. Burg was voor het koor geen onbekende. Reeds enkele keren had hij als solist meegewerkt en ook als dirigent van Jubal hadden de leden hem kunnen beoordelen. Geen wonder dat de verwachtingen hooggespannen waren. Wederzijds bleek het direct te “klikken”, want meer dan 25 jaar bleef hij de onbetwiste leider van het AMK. Het-koor-van-Van-den-Burg zoals men in Amersfoort het mannenkoor na verloop van jaren noemde.
Hij kwam uit een zeer muzikale familie. Vader was muziekleraar, organist en kon een orgelwinkel de zijne noemen. Een broer van zijn vader had gestudeerd aan het muziekconservatorium te Keulen en vestigde zich daarna als musicus in Zuid-Afrika.
Van zijn achtste jaar af kreeg Gerrit v.d. Burg pianoles. Eerst van zijn vader en daarna van Willem Petri en nog later van Louis Robert uit Haarlem. “Eenmaal in de veertien dagen reisde Robert van Haarlem naar Amsterdam, waar ik in het paleis van Volksvlijt hem ontmoette. Dat waren vruchtbare jaren”, zou hij later zeggen.
De theorieles ontving hij eerst van M.W. Petri en daarna van Dr.Joh. Wagenaar die hem de kneepjes van het vak leerden.
Vader Van den Burg vond het verstandiger dat zoonlief met zijn handen de kost kon verdienen – noodzakelijk voor zijn muziekhandel – en zo werd Gerrit ook nog meubelmaker. En wat was hij daar trots op!
Op 16-jarige leeftijd werd hij volontair in de muziekhandel Utrecht en enkele jaren later vertrok hij naar Duitsland om daar èn de fijne kneepjes van het vak te leren èn als organist concerten te geven. Hij zag als organist een goede toekomst voor zich. Zijn vader besliste echter anders. Als oudste zoon diende hij naar Amersfoort terug te komen. Hij moest vader in de muziekhandel opvolgen. En daar in die dagen Vaders Wil Wet was, trok hij terug naar zijn geboorteplaats.
Tot groot geluk van het AMK.
Volgens Joh. Wagenaar bezit Gerrit v.d. Burg “alle muzikale eigenschappen, die voor een leider nodig zijn en veel compositiekennis, zowel op orkestraal als koorgebied.
Zijn harmonische kennis, zijn stijlgevoel en grote algemene muzikale ontwikkeling stellen hem in staat om zowel klassieke als moderne koorwerken te doorvoelen en er de rechte opvatting van te hebben.
Al beoefent hij toevallig de muziek niet in ‘t geheel als vak, hij behoort tot de intens-goede musici van ons land.
Er zijn vakmusici genoeg, die voor hem de vlag moeten strijken, wat betreft talent en muzikale ontwikkeling. En juist zijn aanleg en ontwikkeling zullen hem het overwicht bezorgen, dat voor een leider nodig is.”

 

17 mei 1928. Het AMK doet weer eens mee aan een groot Nationaal Zangconcours
uitgeschreven door het Velps Mannenkoor.
Het koor schreef nu in de 2e afdeling in, en behaalde het hoogste aantal punten dat de deelnemende koren van alle afdelingen hadden bereikt, nl. 312.
Het AMK ontving behalve een lauwertak, ook de directeursprijs, die bestond
uit een ere-beker.
Willem Meyer, directeur van Toonkunst, schreef hierover: “Een drievoudig
hoera voor het Amersfoortsch Mannenkoor. Ik zend u, de voorzitter dier vereniging mijn hartelijke gelukwensen voor het behaalde succes, de kroon op het vlijtige en ernstige studeren, sempre crescendo.”
26 juli 1928. Torenconcert Lieve Vrouwentoren (Lieve Vrouwenkerkhofzijde)
o.l.v. Gerrit van den Burg in samenwerking met de VVV te Amersfoort en m.m.v.
de Amersfoortsche Muziekvereniging o.l.v. F. de Goeij.
Ook werkte mee de beiaardier S.A. van Kalveen.
Er was veel publiek en men genoot op die mooie zomeravond van het experiment. Het bestuur had een paar honderd stoelen laten plaatsen zodat vooral de ouderen rustig konden zitten. De jongeren -en dat waren er velen- bleven staan. Toen het AMK de gemeente vroeg het afstaan en het plaatsen van deze gemeentelijke stoelen uit de Markthal “om niet” beschikbaar te stellen, werd dat verzoek afgewezen!
In het zelfde jaar was er eerst een concert voor de militairen in de schermzaal van de Infanteriekazerne aan de Leusderweg met voor het eerst solisten uit eigen gelederen en wel de baritons L.A. Galis en P.S. Sonius.
Daarna opnieuw een concert op de openingsavond in Amicitia.
Op 14 en 15 februari 1929 was er een groot concert dat voor de pauze geheel aan composities van Franz Schubert was gewijd. Medewerking aan dat concert verleenden de Orkestvereniging Amersfoort o.l.v. Willem Meyer en Jac. J. van den Burg, orgel. Het koor zong na de pauze: De Reunie van L.F. Brandts Buys en met het orkest samen An der schönen blauwen Donau van Joh.Strauss, dat hij indertijd voor de Wiener Männer Gesang Verein schreef.
Maart 1929: Het AMK schreef haar honderdste werkend-lid in.
Er is een heel groot huisgezin
In onze goede stad,
Waarin de brave ooievaar
Naar ‘t scheen genoegen had.
Want gister bracht zij in dat huis
(En ‘t wiegje stond al klaar)
En nieuwe spruit bij ‘t talrijk kroost,
Nu honderd bij elkaar.
En aardig was te zien hoe of
Het gansche hu1sgez1n
Verblijd was met deez’ jonge spruit;
men haald’ hem feest’lijk in.
Pa Directeur en Ma bestuur,
Zij weten in deez’ tijd:
Een groot gezin voert voor ‘t bestaan
Een harden levensstrijd.
Maar ‘t ouderpaar doen braaf z’n plicht,
Het arbeidt voor zijn kroost;
Want een voorbeeldig huisgezin
Dat blijft zijn grootste troost!
De kind’ren kozen één beroep.
Ook dat gebeurt niet vaak.
En geven zich met lust en moed
Geheel aan hunne taak.
Ze kozen als hun vak de zang,
En in het naast verschiet,
zingen ze in hun eigen stad,
Het allerhoogste lied.
Zij zingen en Pa dirigeert
Hun gansche leven lang.
Papa die heeft als hoofd van ‘t huis
Veel-noten-op-zijn-zang!
Dàt maakt dat ‘t zangershuisgezin,
In rijken voorspoed bloeit,
In aantal en in kwaliteit
Nog alle dage groeit!
‘t Is een gelukkig huisgezin
Waar ord’ en regel woont.
En door een prachtig kunstgevoel
Een grote liefde troont,
Voor eed’len zang en noesten vlijt,
Der studie grootsten schat.
‘t Gezin wordt door z’n kranig werk
Een sieraad onzer stad.
*********
Gelukgewenscht, o zangersbent
Juist honderd leden! Fijn!!
Breng, Amersfoortsche Mannenkoor,
Ons zangers-zonneschijn!
-Groegoe; Amersfoortsch Dagblad, 4 april 1929-
Het koor kreeg de smaak voor deelname aan concoursen te pakken.
9 mei 1929 trok men naar Hilversum om in de le afdeling mee te dingen naar een prijs. Gelauwerd kwam men terug. 331 punten is “nie niks” en de daarvoor ontvangen zilveren lauwertak èn de directeursprijs waren dan ook volkomen verdiend. Het jury-rapport vermelde niet voor niets: “Het AMK is een goed koor, dat goed heeft gezongen.”
“De eerste repetitieavond na een concoursdag is voor het AMK steeds iets bijzonders. Immers dan verenigen alle leden z1ch 1n het repetitielokaal en komen vele dames der leden mee om te getuigen van hun medeleven met de vereniging”, aldus het Amersfoortsch Dagblad.
13 september 1929. Orgelbespeling in de St. Joriskerk door Gerrit van den Burg.
Medewerkenden:  Het Amersfoorts Mannenkoor o.l.v. Gerrit van den Burg
Jac. Ph.Caro, bariton
Evert Miedema, tenor
George Stam, orgel.
De opbrengst van dit concert komt ten goede aan het orgelfonds van de Emmakerk in het Soesterkwartier.
Ondanks een “zwoele avond” was de kerk afgeladen vol! “Slechts het Amersfoorts Mannenkoor kan hier zo iets bereiken.” -Eemsbode-

 

Op 9 juli 1930 organiseerde de vereniging tot bevordering van het Vreemdelingen- verkeer te Amersfoort een openluchtconcert op het terras van Amicitia.
Behalve het AMK had de VVV de Amersfoortse Muziekvereniging o.l.v. Fred de Goey uitgenodigd. Er werd volgens de pers mooi en gaaf gezongen en geblazen. Het weer werkte mee. Alle stoelen op het terras waren bezet en aan de overzijde van de beek stond een duizendkoppige menigte aandachtig te luisteren.
Voor het concert van 22 en 23 januari 1931 had Gerrit van den Burg in samenwerking met de Orkest Vereniging Amersfoort o.l.v. Willem Meyer en Henk Ramselaar enkele grotere werken op het programma gezet.
Het AMK zong o.a.: Alph.Diepenbrock: Hymnus de Spiritu Sancto
G.Legrensi : Psalm 126
J. P .J. Wierts: De Broederschap.
“Steeds meer gaat Gerrit Van den Burg putten uit de ware bron van de mannenzang, de Latijnsche kerkzang. Wat zou hij met dit koor van ongeveer honderd man met sonoor mooigekleurd grondgeluid een schoonheid kunnen brengen als het mogelijk was Russische kerkzang te geven! Dat kan nu eenmaal niet, laat ons tevreden zijn dat hij op den Latijnschen weg is.” -U.N.-